MASSACULTUUR:

 

   Studeeraanwijzingen voor het proefwerk KUA MASSACULTUUR:

 

HOE MOET JE LEREN ?

 

WAT MOET JE LEREN ?

 

Reproductief leren door:

- memoriseren (= goed leren: door herhalen moet je dit door en door kennen)

Studieactiviteiten:

- memoriseren

- herhalen

- analyseren

 

kenmerken van de stijlen of stromingen in deze periode:

 

-         kenmerken van modernisme: in Afdeling 1 van Palet staat dat voor een gedeelte beschreven, evenals in je stencils met massacultuur-tekst voorop.

-         Kenmerken van het postmodernisme: idem

 

Begrippen Massacultuur, massacommunicatie, massamedia, modernisme, cultuurrelativisme, stijlcitaten, virtuositeit, postmodernisme, consumptiemaatschappij, marktmechanisme, abstractie, figuratie, ornament, blockbuster, fusion, grensoverschrijdingen, subsidie en sponsoring, grensoverschrijdingen in de kunstdisciplines. Maar ook: esthetica, intercultureel (invalshoeken)

Toepassingsgericht leren, door je kennis toe te passen op allerlei voorbeelden uit de kunsten

Studieactiviteiten:

- toepassen

- concretiseren

 

Voorbeeld/ oefening:

Voorbeeld Disney-hotel: Kun je aan de hand van deze afbeeldingen zoveel mogelijk criteria benoemen van het postmodernisme enerzijds en de massacultuur anderzijds? Kun je deze ook in volgorde van belangrijkheid plaatsen?

 

Kijk nog eens terug naar de eerste duo-opdracht, waarbij je voorbeelden moest zoeken van massacultuur en waarbij je moest uitleggen waarom het wel/geen/niet helemaal massacultuur was. Oefen daarmee of je ook alle begrippen kunt herkennen die ermee te maken hebben. En: Denk nog eens terug aan de massacultuurquiz, waarbij je naar voorbeelden hebt gekeken met het bolletjesschema wat bij welke invalshoeken hoorde. Deze oefening kun je ook doen met de voorbeelden die je in de eerste duo opdracht bedacht hebt.

 

Betekenisgericht leren = hoofdzaken goed begrijpen, verbanden kunnen leggen tussen deze hoofdzaken

Studieactiviteiten:

- relateren

- structureren

- kritisch verwerken

 

Welke concrete activiteiten moet je ondernemen voor dit onderwerp/ welke specifieke vaardigheden moet je beheersen in relatie tot dit onderwerp, om dit onderwerp goed te begrijpen ?

 

Kijk in je boekje van Palet: achterin staan in afdeling III oefenvoorbeelden, waarbij je 4 begrippen met elkaar in verband moet brengen.

 

Kies je favoriete kunstenaar/vormgever/modeontwerper/architect/popmuzikant/enz. en probeer eens aan de hand van dat voorbeeld heel goed te kijken naar de betekenis die in de kunstwerken van deze kunstenaar uitgedrukt worden. Schrijf dat eens op en probeer eens of je die betekenis van de kunstwerken in verband kunt brengen met postmodernisme of massacultuur of met de verschillende functies (invalshoeken) van kunst.

 

VEEL SUCCES!