ITEMS UIT HET EXAMENPROGRAMMA VOOR KUNST ALGEMEEN:
Massacultuur - massa - cultuur:
Cultuur =
beschaving - civilizatie ( toestand van beschaafdheid
van een samenleving) maar ook: het verbouwen van gewassen (= de oorsprong van
cultuur)
Massa = grote
hoeveelheid; grote hoop; meute; een geheel, gevormd door verschillende delen
Een definitie van Massacultuur uit het woordenboek : Massacultuur is de cultuur
van de grote massa, gekenmerkt door onpersoonlijkheid en oppervlakkigheid
Massacommunicatie = vorm van communicatie waarbij gebruik word gemaakt van technische
middelen die de informatie verzendende instantie in staat stellen gelijktijdig
of nagenoeg gelijktijdig grote aantallen, veelal ruimtelijk verspreide mensen,
met haar boodschappen te bereiken. Kenmerk van massacommunicatie is dat de
informatieverstrekking uitgaat van 'professionele communicators'
die hun taak verrichten binnen formele instellingen, de 'massamedia' ( pers, radio, film, televisie, internet enz.)
Het begrip massa is
tegelijkertijd een heel duidelijk en toch ook een heel abstract begrip: het is
een 'soort' gelijksoortigheid.
DE massa = een vage
term/aanduiding. Gemiddelden en voorspelbaarheid betekenen meetbaarheid.
We gaan in de komende weken
met het onderwerp MASSACULTUUR aan de slag. Maar voordat jullie daarover van
mij informatie krijgen, wil ik jullie eerst zelf eens laten kijken naar de
belangrijke kunstenaars, modeontwerpers, fotografen, architecten, acteurs,
regisseurs en dansers van deze tijd.
Onderwerp: Massacultuur in de tweede helft van de
twintigste eeuw
- popart
en massamedia;
- soaps, comedy, tv-drama,
videoclips;
- musical;
- kleding
in massacultuur en subculturen;
- popmuziek,
filmmuziek, elektronische muziek, 'fusion';
- multidisciplinaire
kunst;
- postmodernistische
kunst in relatie tot massacultuur;
- verzamelingen:
Centre Pompidou,
Groninger museum.
Subdomein: Massacultuur in de tweede helft van de
twintigste eeuw
Kunst en religie, levensbeschouwing
- Visies
op geschiedenis: fragmentarisch; opgeven van vooruitgangsidee;
richtinggevende ideologieën zijn er niet (postmodernisme, Jencks); consumeren, vermaakt worden.
- Grote
verscheidenheid in levensbeschouwingen waaronder relativisme, cynisme, 'no illusion' (punk),
hedonisme.
- Veelheid
van betekenissen door citaten en fragmenten; realiteiten; eigen fantasieën
(Eco).
- Items:
'verleidelijke' massaproducten; rollen die mensen spelen, 'sterren'; seks
en geweld; (nep-)sentimentele beelden;
geënsceneerde beelden.
Kunst en esthetica
- Geen
vaststaande esthetische normen.
- Herwaardering
ornament.
- Herwaardering
verhalende verwijzingen.
- Complexiteit
en tegenspraak (Venturi).
- Herwaardering
figuratie.
- Cultuurrelativisme.
- Natuur:
natuur en clichés over de natuur.
- Originaliteit:
hoeft niet; clichés en (stijl)citaten mogen.
- Grensoverschrijdingen
van veel kunstdisciplines.
Kunstenaar en opdrachtgever; politieke en economische macht
- Opleiding:
vrij individualistische, eclectische leerroute.
- Opdrachtgevers:
- voor zogenaamde
hoge cultuur subsidies en sponsors;
- massacultuur
marktmechanismen.
- Het
spanningsveld tussen 'hoge' en 'lage' kunst.
- Sterrendom.
- Maatschappelijke
organisatie: globalisering; sterke individualisering (pluralisme,
subculturen).
- Verzamelingen:
behalve eigen smaak, inspelen op actualiteit; kunst als handel en
investering.
Kunst en vermaak
- Hollywoodfilms, tv, reclame, stripverhalen,
posters, megatentoonstellingen en manifestaties.
- Popmuziek, soaps, videoclips,
musicals.
- Kleding.
Kunst, wetenschap en techniek
- Reproduceerbaarheid.
- Computertechnieken
en elektronische kunst.
- Audiovisuele
media.
- Simulaties.
- Virtual reality.
Kunst intercultureel
- (Stijl)citaten
uit verschillende culturen, c.q. subculturen.
- Fusion, samensmelting.
- Wereldwijd
opereren van kunstenaars.
- Maatstaven
voor kunst: westers versus cultuurrelativisme.
- Kunst
van allochtonen; wereldmuziek.