Bij het bestuderen van visuele cultuur of
beeldcultuur (zoals film of fotografie) dien je onderstaande aspecten in
beschouwing te nemen:
De productiecontext:
Wie
Wat
Waar
Wanneer
Hoe
Waarom
Het visuele object of fenomeen zelf:
Inhoudelijke analyse en formele
(= vorm) analyse, met aandacht voor o.m.
technologie, mediumkarakteristieken, genre en stijl. In het schema van de fotoanalyse
is dat voor de inhoudelijke analyse de narratieve
en de symbolische laag; voor de
formele analyse is dat de fotografische
laag.
De gebruikscontext:
Publieksanalyse, situationele factoren, subculturele connotaties,
politieke implicaties enz.
Ten aanzien van fotografie
gebruiken we daarom onderstaand fotoanalyse-schema:
Hierbij maak je gebruik van
onderstaand fotoanalyse-schema. Je uitwerking
moet minimaal 1,5 A4 zijn, lettertype arial/verdana/trebuchet 11pt. De volgende
aspecten moeten in je fotoanalyse aanwezig zijn:
PRODUCTIECONTEXT:
A: (heel kort
– als laatste invullen) Gegevens:
Wie, wat, waar, wanneer, hoe,
waarom = Dat zijn alle gegevens over de foto: titel van de foto
(eventueel); de naam van de fotograaf, het jaartal, het genre (kunst/toegepast;
portret/mode/architectuur/reclame/landschap/pers enz)
FOTOANALYSE (vorm/formeel en inhoud)
B: (uitvoerig) De fotografische
laag, waaronder:
-
Vormgeving/Art-direction
– enscenering: textuur, kleur, zwart-wit, ritme, evenwicht, accenten,
maat(verhouding), lijn, vorm.
- Camera: standpunt
(kikkerperspectief/ooghoogte/ vogelvlucht; close-up/medium/overzicht),
kadrering (compositie)
- Belichting (diffuus licht; tegenlicht;
contrast; scherpte-diepte)
- Presentatievorm & Bewerkingen:
zichtbare bewerkingen
(retouches); computerbewerkingen
C: (heel kort)
De narratieve laag,
waaronder:
- Welk verhaal vertelt
de foto?
- Genre:
(kunst/toegepast;portret/mode/architectuur/reclame/
landschap/pers
enz)
-
Waar ligt de nadruk in het verhaal van
de foto ?
D: (kort) De symbolische laag: - De betekenis van de foto / wat leert de foto jou ?
DE
GEBRUIKSCONTEXT:
E: (kort) De
rol van de kijker - Probeer te beschrijven welk effect de foto op je had.
-
Breng dit in verband met de bedoeling die
de maker van de foto had
-
Kun je belangrijke factoren om de foto te
begrijpen schetsen: is het gericht op een actuele situatie; op een
politieke context; op bepaalde subculturen enz.)
- JOUW
EIGEN MENING OVER DE FOTO !!! Dit laatste mag niet ontbreken en moet uiteraard
goed onderbouwd worden.