Concept thema Reizen:
•
Dit thema is eerder door leerlingen gekozen als relevant thema, omdat iedereen
er mee te maken heeft/zal hebben – vanuit dit perspectief het thema benaderen,
maar niet uitsluitend gericht zijn op vakantie, ook op reizen en andere culturen.
•
Reizen als thema in het jaar van de buitenlandreizen - letterlijke verbinding: fotografie opdracht
– Hoe kun je op een persoonlijke manier de reisomgeving/ het gevoel daarbij
weergeven in een foto.
• Reizen letterlijk (van A naar B) leren over andere culturen, over kunst, kijken naar de wereld vanuit wisselende perspectieven (of visies op reizen/vakantie). Daarbij komen die culturen aan bod die door de leerling zelf gekozen worden/ door het team gekozen worden. Ieder leerling kan zich verdiepen in zijn land/cultuur van keuze.
• Reizen figuurlijk (groei, leren open te staan voor het nieuwe, onbekende, vreemde). Dit is het moeilijkste leerdoel. Dit verwacht een open houding, mindfulness van leerlingen. Reizen vraagt om zelfinzicht (vandaar de opdracht van de reisvaardigheidstest en de personal map)
• Reizen (cultuur) vraagt om een open houding, en doorgaans om respect en aandacht voor de gebruiken van een bepaald land. Hoe kunnen leerlingen zich deze attitude eigen maken? Zich verdiepen in andere culturen via de opdracht van het reisessay maar ook: Kunst ervaren – kijken naar kunst met een onbevooroordeelde blik is daarvoor een instrument (opdracht Q-rator)
• Hierbij ook aandacht voor wereldreizen in een geglobaliseerde wereld, waarin allerlei problematieken (overbevolking, klimaatproblemen, ontbossing, milieuvervuiling) erom vragen een eigen standpunt over reizen in de toekomst te ontwikkelen (opdracht bij film The Planet)
• De imaginaire reis als symbool voor creativiteit en inventiviteit. Verdiepend leren is een manier van leren waarbij leren gericht is op innovatie (niet op reproductie). Innovatie is gebaat bij samenwerken (brainstormen, divergent denken).
• Creativiteit wordt het meest ontwikkeld in open opdrachten, waarbij geïmproviseerd kan worden. Vandaar: leerlingen maken eigen werkplan met hun team voor een eindopdracht. Zij formuleren zelf de opdracht, de werkwijze, de planning, en de einddoelen/criteria.
• Reizen in een groep/team = teambuilding, leren brainstormen, leren discussiëren, leren samenwerken, leren communiceren (leren feedback geven/vragen), leren evalueren.